Hoewel de populatie prothesedragers in Nederland aan het afnemen is, draagt nog steeds de helft van de mensen van 50 jaar en ouder in 2009 een volledige gebitsprothese. Een deel van deze groep functioneert probleemloos met deze prothese. Een grote groep heeft echter veel problemen met de prothese, vooral in de onderkaak. De grootste klacht betreft de geringe mate van stabiliteit en retentie die een gewone onderprothese te bieden heeft. Een prothese in de onderkaak op twee implantaten zou dan ook tegenwoordig de eerste keus in de behandeling van de edentate onderkaak moeten zijn. Klinische onderzoeken rapporteren dan ook voorspelbare lange termijn resultaten met een prothese op implantaten in de onderkaak.
In vergelijking met de onderkaak heeft een kleinere groep mensen problemen met de prothese in de bovenkaak. Personen die in meer of mindere mate problemen hebben met het dragen van een gewone prothese in de bovenkaak hebben allemaal in meer of mindere mate de volgende klachten:
- Een gebrek aan stabiliteit en retentie ten gevolge van een geslonken kaak in de bovenkaak.
- Kokhalsklachten ten gevolge van de gehemeltebedekking.
- Nog eigen tanden in de onderkaak, die ervoor zorgen dat de bovenprothese snel losgedrukt wordt van de bovenkaak.
- Een gevoel van onzekerheid bij het dragen van een gewone prothese met een verminderde deelname aan het gebruikelijke sociale leven tot gevolg.
Soms zijn er geen duidelijke aanwijzingen waardoor de prothese niet voldoet aan de eisen van de drager, dit zou met acceptatie problematiek van de prothese te maken kunnen hebben, waardoor er mogelijk een psychische oorzaak voor de klachten aanwezig is, die mogelijk niet met een implantaat gedragen prothese op te lossen zijn.
Succes lijkt verzekerd met de vervaardiging van een prothese op implantaten in de edentate bovenkaak bij patiënten met klachten van retentie en stabiliteit, een ernstige kokhalsreflex, betand versus onbetand problematiek en gevoelens van onzekerheid ten gevolge van een conventionele prothese. De behandeling van psychische problemen ten gevolge van verlies van eigen dentitie gekoppeld aan acceptatie problematiek van de conventionele prothese door middel van een prothese op implantaten is echter onvoorspelbaar.
Bij patiënten behandeld door middel van een prothese op implantaten, blijkt dat het kauwvermogen met een prothese op implantaten met 25% toeneemt in vergelijking met een conventionele prothese. De maximale bijtkracht neemt zelfs toe met 300% door het gebruik van een prothese op implantaten. Het blijkt dat de problemen, behalve psychische, die patiënten hebben met een gewone prothese in de bovenkaak, zijn op te lossen door gebruik te maken van een overkappingsprothese op implantaten. Het maakt hierbij het niet uit of de onderkaak betand of onbetand is, of hersteld is met een prothese op implantaten.